Het meisje met de hazenlip 210118

Het meisje met de hazenlip  190930

Rechts achter mij stond ’n wat dikkere oudere man van enigszins gemengd bloed, kalend en met ’n dun grijs snorretje. Nu ik terugblik denk ik dat hij ook wel gewoon van ongemengd Nederlands bloed had kunnen zijn en dat  ik er in gedachten wat Indische aard aan had toegevoegd. De reden daarvoor was zijn hele kleine (klein)dochtertje, die  mij toch duidelijk Aziatisch voorkwam, met recht lang zwart  haar dat naar beneden hing, terwijl zij sierlijk en tegelijk ook dartel en gelaten, vlak bij me stond. 

Aanvankelijk had ik haar over het hoofd gezien, ze was hooguit 4, of ze had zich achter (groot)vader verstopt, maar toen ze eenmaal, van achter rechtsonder in m’n oog  gesprongen was, met haar witte kousjes en (zwarte ?) schoenen, zag ik ook dat ze even wat vertwijfeld keek, en dat wij beiden wilden weten of de blik wel stand hield. Zouden we nog weg draaien met het hoofd of de ogen. Nee, het draaien met het hoofd leverde geen geknipper op met de ogen. Zo genoten we beiden van ’n heldere klare blik. En zo zagen we samen, op de markt hoe de hardlopers hun prijzen kregen uitgereikt. Hoe zij daar zo parmantig stond met haar geopereerde hazenlip. Thuis had ik, op zo’n 300 meter afstand van de markt,  uit de luidsprekers het verslag van de finish gehoord en was er toen naar toe gekuierd. Het leek de eerste warme lente dag. Op de markt stond ’n grote stevige man met ’n Hollands accent die in de microfoon sprak. Ik had hem al vaker hier gezien en gehoord. Je kon ervan op aan wat ie zei, en als je erbij was kon je het zien, woord voor woord.

Nu het kleine meisje eenmaal onstpannen stond toe te kijken, vanuit ’n leemte in het publiek die ons beiden de ruimte gaf, had de (groot)vader zich afgewend zodat we op elkaar waren aangewezen voor ons directe gezelschap. En het ging ons goed af … soms dacht ik dat de (groot)vader nog sluiks ’n blik wierp op onze vordering, maar daar bleef het bij. Toen ik bij ’n vorige gelegenheid slechts 1 paar stralende ogen zag blinken op ’n podium met wel 25 kinderen, wist ik wat hier in dit dorp te verwachten was, en ik besefte dat ik wel erg gelukkig was met zo’n kleine meid, met zo’n grote handicap, en zo’n stralend blinkend gezicht.