Het meisje met de hazenlip 190930
Rechts achter mij stond ’n wat dikkere oudere man van enigszins gemengd bloed, kalend en met ’n dun grijs snorretje. Nu ik terugblik denk ik dat hij toch ook gewoon van ongemengd Nederlands bloed had kunnen zijn en dat ik er in gedachten wat Indische aard aan toe had gevoegd. De reden daarvoor was zijn hele kleine (klein)dochtertje, die toch duidelijk aziatisch voorkwam, met recht lang zwart haar dat naar beneden hing en die sierlijk, en toch ook dartel en gelaten tegelijk, vlak bij me stond.
Aanvankelijk had ik haar over het hoofd gezien, ze was hooguit 4, of ze had zich achter (groot)vader verstopt, maar toen ze eenmaal, van achter rechtsonder in m’n oog gesprongen was, met haar witte kousjes en (zwarte ?) schoenen, zag ik ook dat ze even wat vertwijfeld keek, en dat wij beiden wilden weten of de blik wel stand hield. Zouden we nog weg draaien met het hoofd of de ogen. Nee, het draaien viel wel mee en leverde geen geknipper met de ogen op. Zo genoten we beiden van ’n heldere klare blik. En zo zagen we samen, op de markt hoe de hardlopers, hun prijzen kregen uitgereikt. Hoe zij daar zo parmantig stond met haar geopereerde hazenlip ! Thuis had ik, op zo’n 300 meter afstand van de markt, uit de luidsprekers het verslag van de finish gehoord en was er toen naar toe gekuierd. Het leek de eerste warme lente dag en op de markt stond ’n grote stevige man met hollands accent die in de microfoon sprak. Ik had hem al vaker hier gezien en gehoord. Je kon ervan opaan wat ie zei, en als je erbij was kon je het zien, woord voor woord.
Nu het kleine meisje eenmaal onstpannen stond toe te kijken, vanuit ’n leemte in het publiek die ons bieden de ruimte gaf, had de (groot)vader zich afgewend zodat we op elkaar waren aangewezen voor ons directe gezelschap. En het ging ons goed af … soms dacht ik dat de (groot)vader nog sluiks ’n blik wierp op onze vordering, maar daar bleef het bij. Toen ik bij ’n vorige gelegenheid slechts 1 paar stralende ogen zag blinken op ’n podium met wel 25 kinderen, wist ik wat hier in dit dorp te verwachten was, en ik besefte dat ik wel erg gelukkig was met zo’n kleine meid, met zo’n grote (aardig genezen) handicap, en zo’n stralend gezicht.
