Gedichten: Peter Bankers

GEDICHTEN
Gedichten dienen zich aan als er de tijd voor is.
Je kan er niet op wachten, of ze uit je wringen.
Het zijn, nou ja, gedachten, die met je gevoel omspringen,
en dan gaan liggen wachten op papier.
Ja, dan wel, en dan wel 1000 vel.

WIE IS ER IN DIT LAND ?
Wie is er in dit land, die mij zeggen kan
van wie de stilte is ?
Van wie de lucht het licht,
en ’t water in de zee.

Als U het weet, zeg hem of haar dan,
dat ik niet meer s
lapen kan,
ademen, of nog water drinken kan,
in dit land met verre luchten aan de zee.

DE BLAUWE REGEN
‘k sal je zeggen hoe
de bloem heet die
boven ’t raam hangt
en drupt
als ’t regent:
Blauwe regen.
Zo blauw als de lucht
en nat als regent
zo blauw ben ik.
Als de wind waait
zucht om de blauwe lucht
en als ’t regent
ben ik de blauwe regen.

DE ZEE
Vandaag voor het eerst zag ik dan de zee.
Ze lag aan mijn voeten en kabbelde op ’t strand.
Zo grijs van mist was ze nooit, en zonder wind.
Ik luisterde naar naar haar haar dat schuurde in het zand,
maar dat was niet wat ik zag.

Alleen aan zo’n stille dag kan je de zee zien. Ze is een weekdier,
een soort vormeloze vis die in de holtes van het land gelegen is,
maar nooit stil ligt. Zij kabbelt steeds op het land, ook zonder wind,
en zwemt met de plooien in haar oppervlak naar de kanten toe.
Ook als je haar niet ziet.

VANDAAG VOOR HET EERST
Vandaag voor het eerst, zag ik de zee.
In de mist lag ze zachtjes te deinen.
Ik dacht, toen ik liep, dat ze tegen me zei:
Hoor je mij ? Zie je mij niet deinen ?
Ik geef je frisse lucht, alle vis die je wil,
en wat, als ik vraag, geef je mij ?
Ik liep weer terug toen het tij was gekeerd
En ik zong zodat ze mij hoorde:
Vandaag voor het eerst !

WINTERRIJM
Het spijt me, dat ik je naam niet ken,
kever die ik zag op de eerste dag
van de dooi dit jaar,
en dat ik niet je plan doorzag
om voor de vorst, de nacht,
en ’t gekrab van de merels
in de kant van de sloot
een veilige plek te vinden
onder het ijs,
en dat je zwemmend zo je weg op zocht
naat ’t gat waar ’t water uitspoot.

SLAKKEN SLOOM EN AARDIG
Als je denkt dat slakken sloom en aardig zijn
en altijd alleen op weg zijn op ’n pad.
Dan kan dat zijn.
Maar hoe kan het zijn dan
dat je er soms een in de verte ziet
die er met de lippen smakt op ’n blad ?

GRAFSCHRIFT
De merel hupt en ziet met geelomrande ogen
de pier die hij te pikken meent.
Wie daar komt te lopen ziet
hoe zwart zijn puntjas bij het gras afsteekt !

MINEUR

Beste Mol,
die met het kruis omhoog gericht,
hier, dood, voor me ligt.
Je hebt je leven lang je zwarte lijf
alsmaar voortgedrukt,
en nu lig je hier dan, uitgeput.
Waarom, vraag ik mij af, na al die
donkere gangen die je groef,
koos je in de hete middagzon
’n trottoirtegel als graf !

OH MIJN BRABANTSE LAND
Oh, mijn Brabantse land,
waar de kwikstaart voor de kar wegsprong,
en waar je zo vaak nu
alleen maar gras ziet langs de weg.
Als kind ving ik soms ’n hagedis,
waarvan de staart dan in mijn hand opsprong.
Zoals ik jou nou mis,
mijn Brabantse land.

GANZEN op de dijk
Reizigers op de dijk,
gemist heb ik je,
en dat je mij weer zo bekijkt,
alsof ik je gisteren nog zag.
Reizigers op de dijk,
nu vraag ik je:
wie trapt hier de tijd in ’t slijk ?
de ganse tijd !

Peter Bankers's avatar

Door Peter Bankers

zo nu en dan schrijf ik 'n stukje - vroeger ook wel in het Engels, omdat ik die taal lange tijd dagelijks gesproken heb - maar tegenwoordig vnl in het Nederlands. Omdat ik eingelijk 'n soort muzicus ben, ben ik eindeloos bezig met het herstructureren tijdens het schrijven ... het moet vooral ook goed "lopen & klinken". En als het dan 1 x goed loopt en klinkt dan vraag je je misschien af ... en wat staat er dan ? ! En dat is dan krek wat IK doe !

Plaats een reactie